Fokker D.VII

Een van de meest succesvolle jachtvliegtuigen uit de Eerste Wereldoorlog is het resultaat van het talent van de jonge Anthony Fokker.

Het zou een grote rol spelen tijdens het laatste jaar van de oorlog in 1918.

Achthonderd exemplaren werden er aan het front geleverd, ingedeeld bij achtenveertig Jagdstaffeln. Ze werden gebouwd in de Fokkerfabrieken van Schwerin, de Ostdeutsche Albatross Werke in Schneidemühl en de Albatross Werke in Johannis­thal. 

De Fokker D.VII is het enige Duitse vliegtuigtype dat vermeld wordt in de wapenstilstandsvoorwaarden. 

Volgens die voorwaarden moest Duitsland duizend zevenhonderd vliegtuigen leveren aan de geallieerden, waarvan driehonderdvierentwintig aan België. De eersten werden in niet-gemonteerde toestand geleverd op het vliegveld van Evere vanaf februari-maart 1919.

Van alle geleverde types, was het de Fokker D.VII die een lange carrière kende.

Van de vijfenzeventig geleverden zouden er vijfendertig tussen 1919 en 1931 vliegen bij verschillende jachtsquadrons. Negen toestellen werden verkocht aan burgers, de rest werd gebruikt als wisselstukken.

Het eerste toestel op het Belgisch vliegtuigregister was overigens een Fokker D.VII, O-BEBE, die geregistreerd werd op 1 maart 1920.

Stampe en Vertongen kochten ook twee van deze oorlogsvliegtuigen voor hun vliegschool in Antwerpen. De O-BABY werd aangekocht en geregistreerd op 22 augustus 1920 en vloog tot 23 juli 1923. De O-BOBE werd geregistreerd op 30 april 1923 en bleef in gebruik tot 19 februari 1926.

Onze Fokker D.VII werd in 1985 gebouwd door Rousseau Aviation in Frankrijk voor gebruik in de film ‘The Blue Max’. Het kreeg de Franse civiele kenletters F-BNDG. Nadat de film voltooid was, ging het toestel naar Ierland waar het als EI-APT werd ingeschreven.

In Ierland werd het beschadigd tijdens een landingsincident waardoor het niet langer vliegwaardig was. Het vertrok vervolgens naar Amerika en kreeg daar een plaats in het Ryder’s Replica Fighter museum in Alabama, geregistreerd als N903AC.

Toen het in 2000 naar Europa kwam, was het nog steeds in niet-vliegwaardige toestand. Daardoor werd besloten om het toestel een volledige restauratie te geven en het te herschilderen in een Belgisch kleurenschema.

Die restauratie is nu bijna voltooid en hopelijk zal het in de nabije toekomst terug het luchtruim kiezen.

Onze Fokker is niet uitgerust met een originele motor, maar met een Engelse Gipsy Queen motor die 205pk levert.